Slim bedacht
Schepen massaal aan de stekker
Schepen die invaren, laden en lossen. Met draaiende aggregaten aan de kade wachten tot ze weer mogen uitvaren. Het is een bekend beeld in havens. Die aggregaten stoten flink wat CO2 uit en zorgen voor geluidsoverlast voor bedrijven en omwonenden. Walstroom daarentegen is schoon en stil. Geen wonder dat walstroom in havens een enorme vlucht neemt. Twee havens vol duurzame ambities zijn die van Den Helder en Amsterdam.
Feiten
- In 2010 voerde Rotterdam als eerste haven een walstroomplicht in.
- In Den Helder worden dit jaar nog 17 nieuwe walstroomaansluitingen gerealiseerd.
- Van de 75 grootste binnenhavens hebben 45 havens walstroomvoorzieningen.
- In totaliteit zijn 553 walstroomaansluitingen beschikbaar.
- In 60% van de havens is walstroom beschikbaar.
- Amsterdam heeft in totaal 66 walstroomkasten: 55 kasten voor de binnenvaart en 16 kasten voor de cruisevaart.
Om meer te weten te komen over deze ontwikkeling spraken we Maarten Boer, technisch manager bij Port of Den Helder, Steve Faerber, hoofd projecten & assetmanagement bij Port of Amsterdam en Sweco-expert Niels Koster, verantwoordelijk voor de engineering en advisering van walstroom voor beide havens.
Wat is walstroom precies en waarom kiezen jullie hiervoor?
Maarten: “Heel simpel, walstroom is een voorziening voor schepen dat ze niet op een hulpmotor hoeven te draaien, maar dat ze kunnen inpluggen op een kast in de wal en daar stroom vandaan kunnen halen. Eigenlijk net zoals je een elektrische auto oplaadt met een stekker. Met het verschil dat er voor een schip wel even wat meer vermogen nodig is! Walstroom leidt direct tot vermindering van geluidsoverlast en CO2-uitstoot en is daarmee een ‘must’ om te verduurzamen.”
Wat is de situatie in Den Helder en in Amsterdam?
Maarten: “In Den Helder hebben we ervoor gekozen om eerst alleen de kleinere zeevaart, schepen tot een meter of 40-50, te faciliteren met walstroom. We zijn een offshore haven. Bevoorradingsschepen die kortdurend aan de kade liggen en in vol bedrijf zijn, hebben extreem veel vermogen nodig. Dat krijg je op dit moment nog niet voor elkaar met een vaste aansluiting.”
Steve: “De gemeente Amsterdam heeft gesteld dat alle scheepvaart binnen de Ring op walstroom moet. Niet alleen de binnenvaart, ook de cruiseschepen moeten eraan geloven. We beginnen met de binnenvaart, de Rijncruise en de superjachten. In de toekomst volgen dan de grotere Atlantische cruiseschepen. Momenteel kijken we ook hoe we walstoom buiten de Ring kunnen faciliteren.”
Wat maakt walstroom zo complex? Waar zit de uitdaging?
Niels: “Ondanks dat havens erg verschillend zijn, is het een grote uitdaging om alle gebruikers in kaart te brengen. De zogenaamde klanteis-specificaties. Dus wat voor type gebruikers heb je? Heb je veel binnenwaterschepen of juist veel buitenlandse schepen? Grote of kleine kotters? Heb je ze in kaart dan moet je nog gaan kijken wat het totale vermogen is wat je nodig hebt.”
Niels: “Zo was de eerste uitdaging in Den Helder om een goed beeld te krijgen van de benodigde vermogens. Het bleek dat rederijen zelf ook niet altijd goed weten wat zij nodig hebben. Ook moet je de aansluitingen bepalen die je moet maken qua netcapaciteit. En daarna natuurlijk; hoe ga je dat organiseren?”
Maarten: “Het verschil in vermogen tussen schepen en het gebrek aan eenduidigheid in de benodigde aansluitingen maakt walstroom complex. Ook piept en kraakt het stroomnet van de netbeheerder aan alle kanten. Het vermogen wat de schepen vragen is gewoon pittig. En er is sprake van een grote gelijktijdigheid: de schepen komen allemaal op hetzelfde moment invaren, hebben allemaal op hetzelfde moment stroom nodig en varen op hetzelfde moment weer uit.”
Steve: “Technisch gezien is anno 2020 eigenlijk alles mogelijk, maar de locatie maakt het complex. In Amsterdam zit je in bebouwd gebied en liggen er dus al veel kabels. Maar willen we de Atlantische cruises ook op het stroom krijgen, dan hebben we veel mega-ampères nodig. Deze kunnen we momenteel alleen maar betrekken vanuit Amsterdam Noord, via het IJ. Een enorme uitdaging. Je zult begrijpen dat dit enorme kosten met zich meebrengt.”
Wat was er zo slim aan de oplossing die gekozen is in Den Helder?
Maarten: “Ik vind het verrekensysteem heel handig, gebruiksvriendelijk en simpel. Je download een appje op je telefoon of belt een nummer en de stroom wordt vrijgegeven. Wat ik ook goed vind is dat we gekozen hebben voor een standaardkast. Eenduidigheid in deze kasten is enorm prettig. Hierdoor weet je goed welke onderdelen erin zitten. Die kan je op voorraad nemen. En eventuele storingen zijn gemakkelijk op te lossen.”
Niels: “We hebben ook heel veel dingen op afstand bestuurbaar gemaakt. Als bijvoorbeeld een kabel wordt aangesloten en er een storing in een kabel zit, dan vliegt de aardlekschakelaar eruit. Dit kunnen we op afstand eenvoudig en snel oplossen. Het niet of nauwelijks hebben van langdurige storingen maakt de voorziening betrouwbaar.”
Steve: “Ja, in Amsterdam zijn we een project gestart om de oude walstroomkasten te vervangen. Dit is dus het uitgelezen moment om over te stappen op slimme kasten. Door de positieve verhalen vanuit Den Helder gaan we ervanuit dat deze kasten een positieve invloed zullen hebben op het terugdringen van de storingen. De oude kasten vertonen regelmatig storingen, dus deze slimme kasten komen als geroepen!”
Maarten, wat is jouw belangrijkste tip aan gemeenten of havenbedrijven?
Maarten: “Wil je snel en slagvaardig met walstroom aan de slag, ga met je gebruikers in gesprek! Vaak bezoeken ze meerdere havens en hebben overal weer een andere ervaring. Daar kan je veel van leren!”
De energietransitie leeft enorm bij havens. Wat is jullie ambitie?
Maarten: “Wij zien in de energietransitie een enorme kans. Olie en gas waar ons haven al eeuwenlang op drijft, loopt terug. In de toekomst zullen grote windparken verder op zee worden gebouwd. Dus daar ligt voor ons als offshore haven een enorme kans. We hebben nu al veel bevoorradingsschepen die van boorplatform naar boorplatform varen om spullen en mensen heen te brengen. Dat gaat voor de windmolenparken alleen maar toenemen. Ook zien we veel potentie in de waterstofeconomie. We werken hiervoor bijvoorbeeld met aantal bedrijven samen om een walstroomaggregaat op waterstof te ontwikkelen.”
Eén van de ambities van Port of Amsterdam is om een zo duurzaam mogelijke haven te zijn. We zullen stap voor stap van fossiele brandstoffen afstappen en daar duurzame alternatieve brandstoffen voor in de plaats laten komen. Daarbij zetten we onder andere in op waterstof en windenergie. Het zou mooi zijn als elke haven in de toekomst zijn specialisatie zal hebben en we samen bijdragen aan een schonere en duurzame samenleving.
Steve Faerber, hoofd projecten & assetmanagement bij Port of Amsterdam