Sweco’s What if Lab 2021: Het verhaal achter de ontwerper
Creatieve oplossingen om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken
De openbare ruimte is, mede door Covid-19, niet meer dezelfde. Hoe zorg je tegenwoordig nog voor ontmoeting? Met Sweco’s What if Lab 2021 denken wij na over dit vraagstuk, maar dat doen we niet alleen. Drie ontwerpbureaus buigen zich over creatieve oplossingen om meer de buitenruimte op te zoeken en ontmoeting te stimuleren. Maar wie zijn deze drie ontwerppartijen? Wij stellen aan je voor:
Olifantenpad CS
Wekenlang sleutelden wij aan dé ontwerpvraag voor Sweco’s What if Lab. Olifantenpad CS denkt en doet het anders. In hun motivatie stond namelijk één dik rood kruis door onze ontwerpvraag. Het laat zien waar het Olifantenpad CS voor staat. Met een nieuwe benadering willen ze dat inwoners hun openbare ruimte, en de inrichting ervan, weer gaan claimen.
Het is niet meer één ontwerper die de publieke ruimte ontwerpt, maar inwoners ontwerpen zelf hun publieke ruimte via VR. Olifantenpad CS meet vervolgens hun onbewuste reactie op het ontwerp met neurofeedback. Zo weet je wat inwoners bewust én onbewust willen. En worden deze wensen ook toegepast in het ontwerp. Een knap staaltje participatie.
Wanneer je door een supermarkt loopt, weten ze alles van je. Waar je loopt, waar je naar kijkt en ze weten precies waar ze producten moeten plaatsen zodat jij het koopt. Maar waarom zetten wij data en deze technieken niet in om mensen gelukkiger te maken?
Met inbreng van inwoners en deze vervolgens met neurofeedback te toetsen of dit hen gelukkiger maakt, laten wij het ontwerpproces niet meer over aan één ontwerper. Iedereen levert een bijdrage. Jong, oud, arm, rijk of culturele achtergrond, iedereen heeft zijn eigen visie of wensen. Door hen te betrekken in het ontwerpproces ontstaat een buitenruimte voor iedereen. – Gudule Martens, Architect en stedenbouwkundige van het Olifantenpad
Studio 1:1
Onderzoeks- en ontwerpbureau Studio 1:1 richt zich op projecten in de openbare ruimte. Hierbij ligt de focus enerzijds op ecologie, duurzaamheid, klimaatadaptatie en anderzijds op sociaal maatschappelijke vraagstukken. Het snijvlak tussen natuur én de stad. Dit leverde Studio 1:1 een aantal mooie projecten op zoals het prijswinnende Ecologisch Energie Netwerk, De Biologische Klok en Mierenstad.
Voor onze lab zetten zij zich in om overbruggingen te vergroenen en speelser te maken. Een vaak vergeten plek, met veel potentie. Helemaal omdat het in de toekomst heter wordt en vaker en harder gaat regenen.
De ontwerpvraag voelde als een directe uitnodiging. Niet gek eigenlijk, want het past precies bij thema’s waar wij veel mee te maken hebben, zoals het sociale aspect en duurzaamheid. Ook zien wij dat Sweco, net als wij, op zoek is naar nieuwe invalshoeken. En hierbij juist de grenzen opzoekt en het anders wil doen. Dat maakt het écht interessant.
Om tot zo’n nieuwe invalshoek te komen, staat bij ons een goed onderzoek centraal. We werken vanuit de inhoud. We ontwerpen niet zomaar iets ‘flashy’, maar willen eerst goed het verhaal rond hebben. Waar is nou echt behoefte aan en waarom? Aan de hand daarvan komen wij met een oplossing en passend ontwerp.
– Lucas Zoutendijk, onderzoeker en ontwerper bij Studio 1:1
Rombout Frieling
Van Eindhoven tot Londen en van Zwitserland tot Zweden. Deze internationale ontwerper laat op heel wat plekken zijn voetafdruk achter. Hierbij stelt hij zichzelf altijd de vraag: hoe combineer je de kwaliteiten van de natuur met de mogelijkheden van het menselijk lichaam? En hoe zorg je ervoor dat mensen zich slimmer gaan gedragen door middel van hun omgeving? Dit zie je bijvoorbeeld ook terug in het project Station of Being, waar een bushokje wordt omgetoverd tot een comfortabele rustplek.
Rombout gelooft dat we ons lichamelijk sterker kunnen ontwikkelen, als de omgeving dit maar faciliteert. En ook bij Sweco’s What if Lab dit jaar staat het lichaam centraal. Hoe kunnen we nou zó de openbare ruimte aanpassen, dat het aantrekkelijk wordt om hier te vergaderen, werken, of andere dingen te doen?
Kan je dingen, die je nu binnen doet, ook buiten doen? Ik vraag me dit al een tijd af en had allerlei ideeën. In de pandemie werd dat helemaal relevant, want er kon een hoop niet meer binnen. Mijn ontwerpproces is tegelijk een onderzoek. Door heel veel te prototypen leer ik wat mij en anderen motiveert om naar buiten te gaan.
Voor mij zijn niet de uiteindelijke ontwerpen, maar de gevonden principes de belangrijkste meerwaarde van dit project, want met die kennis krijgen we mensen pas echt naar buiten.
– Rombout Frieling, designer