Bij een zeespiegelstijging van 5 meter kan Nederland blijven bestaan
Achter de schermen van het onderzoek met Alex Hekman
Een uniek onderzoek
Het zeewater en het waterpeil in de rivieren stijgt door klimaatverandering. Hierdoor rijst de vraag: kunnen we in de toekomst nog wel veilig in Nederland wonen? Daarnaast komt via de riviermondingen en het grondwater steeds meer zout ons land binnen. Dit is een probleem voor de landbouw, de natuur en ons drinkwater.
Onlangs publiceerde de overheid een onderzoek naar alle grote maatregelen waarmee Nederland zelfs bij een zeespiegelstijging van vijf meter kan blijven bestaan. Alex Hekman, business director water bij Sweco en vertegenwoordiger van de ingenieursbureaus in de Topsector Water & Maritiem, vertelt hoe dit unieke, sectorbrede onderzoek tot stand kwam.
Hoe kwam zeespiegelstijging op jouw agenda?
“Een paar jaar geleden zag ik dat bij de vijf grootste investeringsopgaven van Nederland geen tot weinig rekening gehouden werd met de effecten van zeespiegelstijging. Reden voor mij om samen met mijn collega Sweco-experts het whitepaper “Ruimte voor de toekomst” te schrijven. Hierin berekenden we de kosten en ruimtevraag van de vijf grootste investeringsopgaven van Nederland: infrastructuur, woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en natuur & landbouw. We brachten in beeld hoe deze investeringen worden geraakt door zeespiegelstijging.”
Wat bracht deze publicatie teweeg?
De voormalige Deltacommissaris, Peter Glas, heeft deze resultaten toen echt onderdeel van zijn boodschap gemaakt. We trokken daarbij nauw samen op met Jos van Alphen die bij de staf Deltacommissaris leiding geeft aan het kennisprogramma Zeespiegelstijging. We stimuleren ieder vanuit onze eigen rol(len) kennis en innovatie. En we willen de schaarse middelen voor kennis en onderzoek ook goed besteden.”
En toen?
“De hoeken van het speelveld waar we de oplossingen moeten zoeken voor het omgaan met de zeespiegelstijging zijn bekend: beschermen, zeewaarts en meebewegen. Jos wist dat ik een keer de zeewaartse variant onderzocht heb voor de bescherming van Jakarta en vroeg of ik dit ook voor Nederland wilde doen met Sweco.”
Beschermen
Nederland blijvend beschermen met technische middelen, zoals dijkverhogingen langs kust en rivieren, eventueel in combinatie met gemalen, om rivierwater naar zee af te voeren
Zeewaarts
Een aanvullend gigantisch meer voor de kust om rivierwater tijdelijk op te slaan en vervolgens uit te pompen naar zee. Hiermee worden ingewikkelde dijkverhogingen in het rivierengebied voorkomen. Het kustmeer gaat ook verzilting tegen.
Meebewegen
Met het water meebewegen, waarbij landgebruik en bebouwing worden aangepast aan hogere waterstanden en verzilting. Water krijgt meer ruimte.
Wat was jouw reactie?
“Van Jakarta heb ik één ding geleerd. Zo’n veelomvattend vraagstuk kun je het beste met de hele watersector oppakken, waarbij je alle kennis en alle onderdelen van de kenniscyclus betrekt. Daar bedoel ik mee de overheden, de waterbeheerders, de kennisinstituten, de universiteiten, maar ook de ingenieurs die het kunnen ontwerpen en de uitvoerders die de haalbaarheid en maakbaarheid kunnen bepalen. Daarnaast hebben we ook economen en ecologen nodig. Kortom, samenwerken in een consortium vanuit de Topsector Water & Maritiem. Dat vond Jos een prachtig idee.”
Was daar het geld wel voor?
“Voor het onderzoek naar de zeewaartse oplossing was oorspronkelijk € 50.000 beschikbaar, maar het lukte Jos en mij om daar een half miljoen van te maken door bijdragen van veel partijen. Toen dat gebeurde ontstond er even een interessante dynamiek. Door alleen zeewaarts uit te werken zou een scheve balans kunnen ontstaan. De overheid zag de noodzaak om ook twee consortia te starten voor de andere oplossingsrichtingen; beschermen en meebewegen. Die uitdaging heb ik opgepakt.”
Hoe is je dat in één maand tijd gelukt?
“Ik heb twee collega experts met gezicht en gezag in de sector gebeld, één van Arcadis en één van Witteveen+ Bos, en gevraagd of ze samen met mij drie consortia wilden opbouwen en trekken. Zonder concurrentie, met vertrouwen. Samen hebben we binnen één maand drie keer een half miljoen weten te regelen met financiële steun van de Topsector, van de Staf Deltacommissaris, van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, van Deltares en vele andere partijen.”
Waar begin je dan?
“Het bijzondere aan dit traject was dat tot die tijd iedereen werkte volgens zijn eigen perceptie van het zeespiegelstijgingsprobleem. Met de drie consortia zijn we interactief en heel dynamisch met hackatons en meer dan 100 experts uit de sector tot een gedeeld beeld gekomen over: Wat is nou echt het probleem? Waar moeten we een oplossing voor vinden? Wat zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten? Zo gingen we allemaal met dezelfde perceptie aan de slag.”
Waarom is deze aanpak uniek?
“Zo’n groot vraagstuk is niet eerder op deze manier aangepakt. Je kunt nu echt zeggen dat we sectorbreed een gedeeld beeld hebben van wat nu precies het probleem is en hoe we dat kunnen oplossen. Dat is echt supermooi. Voor mij is dit precies waar de topsectoren voor in het leven zijn geroepen. Namelijk onze kennis en innovatiekracht bundelen en de grote maatschappelijke vraagstukken beet pakken om de sector te versterken. Hoe mooi zou het zijn als ons dit ook lukt voor het stikstofprobleem, de energietransitie of de woningbouwopgave waar we ook niet tot versnelling komen.”
Welke eyeopener had je zelf tijdens het onderzoek?
“Ik moet eerlijk zeggen dat het voor mij als consortiumtrekker van de oplossingsrichting Zeewaarts een bijzondere reis was. Er lagen al ideeën voor een kustmeer van Walcheren tot aan Den Helder. Ik dacht, één ding weet ik heel zeker, ik doe het consortium wat hem sowieso niet gaat worden. Maar het bijzondere is dat met inzet van al die experts we tot een heel haalbare oplossingsrichting zijn gekomen. Op mijn eerste slide bij presentaties stond daarom altijd: ‘Van megalomaan idee naar haalbaar perspectief’.”
En hoe ga je nu verder?
“Ik stond met een dubbel gevoel op het podium tijdens de presentatie van het onderzoek. Enerzijds was ik voorzitter van een consortium wat echt gaat over dammen, dijken, sluizen, staal en beton. En tegelijkertijd ben ik ook directeur van NL2120. Een kennisprogramma wat zich helemaal richt op de opschaling van natuurlijke oplossingen. Die twee zijn niet heel makkelijk met elkaar te combineren.”
Waar zie jij kansen voor Nederland?
“Ruim 90 jaar na de aanleg van de Afsluitdijk zijn nu nog steeds maatregelen nodig om ons watersysteem weer ecologisch in balans te brengen. Dit geldt trouwens ook voor de Deltawerken. We zouden dit traject opnieuw moeten doen en dan de natuur echt in het hart van de doelstellingen moeten brengen. Inmiddels zijn we in gesprek over een nieuw consortium om een aanpak met Nature Based Solutions te onderzoeken. Ik ben ervan overtuigd dat we met meer Nature Based Solutions in het zeespiegelprogramma veilig én gezond in Nederland kunnen blijven leven.”