Ronddobberen in de straten van de Rivierenbuurt is verleden tijd
5 vragen aan Andre van Steijn
Regen, regen en nog eens regen
Eind juli 2014 was er een flinke wolkbreuk boven Amsterdam. Er kwamen honderden meldingen binnen bij Waternet en de brandweer over ondergelopen souterrains, woonkamers, stations en straten. Een nat pak is vervelend, een vol gestroomde kamer nog veel erger. Veel Amsterdammers hebben persoonlijk last gehad van deze extreme bui. Het leverde een iconische foto op van een jongeman die na de zomerse stortbui op zijn luchtbed ronddobberde in de straten van de Rivierenbuurt. De urgentie was duidelijk: er moesten slimme oplossingen bedacht worden voor waterafvoer en om de buurt klimaatbestendig te maken. Andre van Steijn, projectleider Urban Projects, vertelt hier enthousiast over.
1. Andre, vertel.. wat was er aan de hand?
“De Rivierenbuurt in Amsterdam was in de loop van de tijd versteend geraakt en dusdanig verzakt, waardoor er een soort ‘badkuip’ was ontstaan en het regenwater bij een hoosbui naar het laagste punt stroomde. Zo ontstond er op die bewuste julidag in 2014 veel wateroverlast toen Amsterdam in twee uur tijd zo’n 60 millimeter water te verwerken kreeg.”
2. Welke oplossingen zijn bedacht?
“De jongeman die op zijn luchtbed in de straten ronddobberde, dat was natuurlijk bijzonder. De riolering is niet gemaakt om zulke hevige regen te verwerken. Daarbij is de verwachting dat, als gevolg van klimaatverandering, de hoeveelheid water bij een regenbui alleen maar toeneemt. Er moest dus wat gebeuren. Waternet begon met het vervangen van de riolering en de drinkwaterleiding. Daarmee ontstond ook de kans om de waterafvoer en de waterberging te vergroten. We hebben gekozen voor een combinatie van maatregelen. Deze bestonden uit het vergroten van de capaciteit van de riolering, berging van water op straat en berging van water in wadi’s en ondergrondse bergingen.
Als pilotproject hebben we onder de trambaan van de Rooseveltlaan een waterbergende fundering aangelegd. Specifieke aandacht is gegeven aan voldoende berging enerzijds en voldoende draagkracht voor de tram anderzijds. Hiervoor moest de tram tijdelijk buiten gebruik worden gesteld.”
3. Welke impact heeft het veranderende klimaat hier?
“De Rivierenbuurt is gebouwd in de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw. Een andere tijd. Bij de herinrichting is rekening gehouden met de berging van meer overtollig regenwater. Een ander effect van klimaatverandering zijn hetere en drogere zomers. Hierdoor zakt de grondwaterstand verder weg dan voorheen. Dit is een gevaar voor houten paalfunderingen waar oude gebouwen op steunen. Het opvangen van water in zo’n dichtbebouwd gebied is essentieel en tegelijkertijd een uitdaging, want Amsterdam ligt vol met kabels en leidingen. Hoe kan regenwater dan toch worden vastgehouden? Dit vraagt om slimme oplossingen. Deze oplossing hebben we gevonden door de ondergrondse regenberging in de trambaan en de wadi’s en groenvoorzieningen zodanig te ontwerpen dat het regenwater infiltreert in de ondergrond en naar het grondwater stroomt. De trambaan is hiervoor geschikt, omdat hier geen kabels en leidingen liggen. Er is voldoende ruimte.”
4. Er is ook veel extra groen geplaatst. Waarom zijn deze extra groenvoorzieningen zo belangrijk?
“Een klimaatbestendige straat is bestand tegen hitte en hevige regenbuien. Zo hebben we bestaande groenvoorzieningen omgevormd tot wadi’s. Het asfalt is vervangen door klinkers, zodat het regenwater er makkelijker doorheen kan lopen. Er is meer groen in de straat gebracht voor schaduw en om overtollig regenwater op te vangen. Ook zijn bewoners klimaatbewuster gemaakt. Zij kunnen immers veel doen in hun eigen buurt. Denk aan het plaatsen van een regenton in hun tuin of op het balkon, het aanleggen van een geveltuin of groen dak, tegels kunnen worden ‘gewipt’ en vervangen worden door bloemperken, gras, of bomen.”
5. Wat is voor jou het meest geslaagd?
“Het meest trots ben ik op het feit dat we de harde deadline van oplevering hebben gehaald. Onze opdrachtgever, Waternet, werkt in dit project samen met GVB en de gemeente Amsterdam en binnen de gemeente ook met verschillende disciplines.
De planning was heel strak, omdat de tram in de Rooseveltlaan op de gestelde datum weer moest rijden. Als dat niet zou lukken, dan zou dat gevolgen hebben voor de hele openbaar vervoersplanning in de stad. Een absolute no-go. Doordat we allemaal hetzelfde doel nastreefden, is het gelukt om de streefdatum te halen.”