Water in Groningen: de droge feiten manen tot actie
Nederland waterland. Een plek waar het goed toeven is met een overschot aan water. Ruim voldoende grondwater om onberispelijk drinkwater te maken, dat altijd beschikbaar is voor boeren, burgers en bedrijven. En het teveel aan water? Dat zetten we efficiënt over de dijk. Zo hebben we het eeuwen gedaan en zo blijven we het doen. Of toch niet? Aan gesprekken met overheden en bedrijven hebben wij een minder positief beeld overgehouden. Onze overtuiging is dat de industrie in Groningen echt in actie moet komen als we de toekomstige watervoorziening willen veiligstellen.
Ad Meijwaard, business unit manager Industrie
Arjan Borgers, watertechnoloog
Wat is nodig?
Het is nodig dat bedrijven zich bewuster worden van de herkomst en schaarste van drinkwater, dat het bedrijfsleven de drinkwaterproblematiek als kans gaat zien, en dat er een regionale samenwerking ontstaat tussen het bedrijfsleven, waterschappen, de provincie en het waterbedrijf, om het besparingspotentieel maximaal te benutten.
Eerst wat feiten over de drinkwatervoorziening. Waterbedrijf Groningen (WBG) produceert jaarlijks zo’n 50 miljoen m3 drinkwater, grotendeels grondwater van de Hondsrug. Circa 20 procent van deze hoeveelheid is voor de industriële clusters Eemshaven, Delfzijl en Groningen Westpoort, en andere zakelijke grootverbruikers.
De industriële drinkwatervraag stijgt de komende jaren als gevolg van industriële ontwikkelingen, zoals nieuwe industriële bedrijven, datacenters en waterstoffabrieken. En dat terwijl we nu al sneller grondwater onttrekken dan het door de natuur wordt aangevuld. De voorraad neemt dus af.
Ecologische schade
Een afnemende watervoorraad leidt tot verdroging en ecologische schade. En dit watertekort gaat ook de bedrijven in Groningen treffen. Binnen 5 tot 10 jaar kan niet meer aan de groeiende watervraag van de drie industriële clusters worden voldaan.
En let wel: drinkwaterbedrijven kennen een leveringsplicht aan consumenten en specifieke (publieke) sectoren, zoals de gezondheidszorg. Bij tekorten vissen bedrijven dus achter het net en komt het bestaansrecht in gevaar. In Overijssel was dit onlangs al realiteit. Als er niets gebeurt, dan gaan we in Groningen dezelfde kant op.
Er is ook goed nieuws. Een bedrijf op industriepark Delfzijl levert schoon water (condensaat) aan collega-bedrijven, en in Garmerwolde wordt industriewater gemaakt uit kanaalwater. Maar er is meer nodig.
Groningen bedrijfsleven blijft achter
Deze urgentie wordt door waterschappen, provincie en WBG gevoeld, maar nog onvoldoende bij het Groninger bedrijfsleven. Bedrijven weten weinig over de herkomst van water, behalve dat het ‘uit de aansluiting’ komt. Verder is er terughoudendheid om samen te werken op het waterthema; door de complexiteit van de materie, onbekendheid en prioriteitsstelling, maar ook door (financiële) belangen van betrokken partijen.
Immers, wie een probleem signaleert kan maar zo de eigenaar van dat probleem worden – met alle consequenties van dien. Tekenend hiervoor is dat de overheden de Taskforce Waterbeschikbaarheid zijn gestart, maar dat het bedrijfsleven daar nu pas bij aanhaakt. Hierdoor worden kansen gemist!
Denken bedrijven dan niet na over waterbesparing en -hergebruik? Zeker wel. Maar door de lage drinkwaterprijs zijn noodzakelijke investeringen niet rendabel. Hierdoor worden mooie initiatieven in de kiem gesmoord. Maar: als waterbesparing en -hergebruik eenmaal bittere noodzaak zijn om de bedrijvigheid gaande te houden, is het te laat.
Watertransitie bewandelt zelfde pad
De energietransitie is inmiddels in volle gang. De watertransitie loopt daarop achter, maar gaat hetzelfde pad bewandelen: ook op dat terrein gaat de overheid kaders stellen. Wil het bedrijfsleven daar op wachten? Of slaan we proactief de handen ineen?
Hiervoor is het cruciaal dat overheid en bedrijfsleven samenwerken. Dat vergt moed en kwetsbaarheid. We hebben een regionale Wateragenda nodig, met daarop ook de waterbesparingsprojecten bij bedrijven, zowel bestaand als nieuw. We moeten niet alleen kijken naar financiële haalbaarheid, maar ook naar duurzaamheid en natuurwaarden.
Als het ons lukt om individueel bedrijfsdenken te overstijgen, helpen provinciale, nationale én Europese geldstromen bij het realiseren van bedrijfsinitiatieven op watergebied. Zo starten we zélf de watertransitie en voorkomen we de verdroging van onze mooie regio – van Laauwerzee tot Dollart tou, van Drìnthe tot aan t Wad.
Column zoals verschenen in Dagblad van het Noorden op 2 augustus 2022.