Stikstofproblematiek: hoe verder na het PAS
Gevolgen van ‘stikstofuitspraak’ zijn enorm
Plots zijn al die bouwprojecten onzeker. De gevolgen van de ‘stikstofuitspraak’ van Raad van State van 29 mei jl. zijn enorm. Huizen, bedrijfsterreinen, wegen: komen ze er nog? De kranten staan er vol mee. Nederland realiseert zich dat we een serieus stikstofprobleem hebben. Het Rijk, provincies, gemeentes, woningbouwcorporaties en ontwikkelaars maken zich grote zorgen over de doorgang van hun projecten. Mijn collega’s en ik krijgen hier veel vragen over van onze klanten. Wat is nu wel mogelijk en wat niet? In deze column maak ik de balans op van onze ervaringen met de wereld zonder Programma Aanpak Stikstof (PAS). Ik neem je graag mee in mijn visie voor de lange termijn om daarna snel terug te keren naar de oplossingen voor jou vandaag.
Maarten Mouissie, Teammanager ecologie
Een klimaatneutrale toekomst met vitale natuurgebieden
Gezien de omvang van het stikstofprobleem zie ik vermindering van de totale stikstofemissie als onvermijdelijke oplossing. Op veel plekken is namelijk een halvering van de depositie nodig om de natuurdoelen te halen. Dat betekent vermindering van de veestapel, emissiearme voertuigen, gasloze woonwijken en schonere industrie. Maatregelen die hand in hand gaan met het oplossen van het klimaatprobleem, want stikstofuitstoot en CO2-uitstoot gaan meestal samen. Met het klimaatakkoord en energieakkoord heeft Nederland al stappen gezet in de goede richting. De PAS-uitspraak zet zo niet alleen druk om onze natuurdoelen te realiseren maar ook onze klimaatdoelen. Omdat de economische belangen enorm zijn, is de urgentie om in actie te komen nu groter dan ooit. Er zullen echter nog vele stappen nodig zijn voordat de overbelasting van natuur met stikstof is weggenomen.
Nieuwe deuren naar oude oplossingen
Tot we het stikstofprobleem echt hebben opgelost, moet je de effecten van stikstofdepositie van plannen en projecten toetsen aan de Wet natuurbescherming. Op termijn gaat dat mogelijk weer via een programma, dat wel voldoende zekerheid biedt. Voorlopig heb je net als voor het PAS een individuele plan- of projectspecifieke (passende) beoordeling nodig. In 2011 schreven mijn collega’s en ik al een artikel over het slot en de sleutel stikstofdepositie en natuur (Jaspers et al., 2011). Veel van die oplossingen zijn opnieuw mogelijk.
Hoewel de PAS-uitspraak de deur van gemakkelijke vergunningverlening voorlopig voor je heeft dichtgegooid, heeft het ook nieuwe deuren geopend. Zo is extern salderen van stikstofdepositie weer mogelijk. Zeker voor locatieontwikkelingen is het uitkopen van een veehouderij of opkopen van emissierechten vaak een goede oplossing. Ook is het prettig dat de Raad van State zaken die met stikstofdepositie te maken hebben inmiddels weer behandeld. Er is weer voortgang en met nieuwe jurisprudentie en ik merk dat we steeds meer inzicht krijgen in wat juridisch aanvaardbaar is.
Alternatieven, dwingende reden en compensatie
In onderstaande schema heb ik de wettelijke mogelijkheden voor plannen en projecten met een toename aan stikstofdepositie inzichtelijk gemaakt. In de media wordt de ADC-toets het meest besproken. Voor de Blankenburgverbinding bleek deze aanpak een succes tot aan de Raad van State en heeft Sweco met deze aanpak vertraging van het project daadwerkelijk voorkomen. Recent heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) opnieuw geoordeeld dat de ADC-toets een acceptabele manier is om met effecten van stikstofdepositie om te gaan[1].
[1] ECLI:NL:RVS:2019:2560
Misvatting onderuit
Voor heel veel kleinere projecten is de ADC-toets echter geen optie, omdat er een dwingende reden van groot openbaar belang ontbreekt of omdat er geen budget is voor een complex compensatietraject. Voor deze projecten biedt het bijstellen van het project, tot er geen of nog slechts hele geringe toename is aan stikstof, je veel meer soelaas. Het is een misvatting dat iedere toename aan stikstof altijd tot significante effecten leidt of tot een vergunningplicht. Na een stikstofberekening heb je een ecologische beoordeling nodig om dat vast te stellen. Mijn collega’s en ik komen dan regelmatig tot de conclusie dat effecten van een geringe toename aan stikstofdepositie in een specifiek gebied zijn uit te sluiten. Ook met deze aanpak is de ABRvS[1] al akkoord gegaan.
Pragmatische aanpak
Ondanks de verschillende oplossingsrichtingen komen we voor sommige projecten tot de conclusie dat ze niet verenigbaar zijn met de Wet natuurbescherming. Deze projecten moeten helaas wachten tot er weer een generieke of programmatische oplossing is gevonden voor het stikstofprobleem. Een schrale troost is dat je hier met de haalbaarheidsanalyse van Sweco snel achter kan komen zonder hoge onderzoekskosten. Gelukkig vinden onze experts voor de meeste plannen en projecten steeds een oplossing die samengaat met natuurbescherming.
[1] ABRvS 11 oktober 2017. 201609528/1/R1

Referentie:
Jaspers, H., Mouissie, M., Tuitert, D. and Kwadijk, F. (2011) ‘Het slot en de sleutel. Stikstofdepositie en natuur’, Toets, 01 10, pp. 6-11.