Architectuur van de straat
Denk je mobiliteit, dan denk je aan auto’s. Gek eigenlijk. Want mobiliteit gaat om verplaatsing. Van mensen en dingen. Toch vereenzelvigen we mobiliteit vaak met auto’s en daar nemen we wat mij betreft echt de verkeerde afslag. De goede? Die wil ik graag aan je toelichten.
Door Maarten van de Leck, Adviseur mobiliteit
Begin 2020 telde Nederland bijna 8,7 miljoen personenauto’s, weer 1,7% meer dan het jaar ervoor. Daarmee groeide het aantal auto’s sterker dan de bevolking. De wereldwijde pandemie zal dit aantal wat doen afvlakken, maar feit blijft wel: auto’s zijn slurpers. Veelvraten van materialen, energie én ruimte. Dat laatste vergeten we wel eens. Hoe zeer we de auto ook willen delen of ons elektrisch verplaatsen, het blijft onnoemlijk veel ruimte kosten. Ruimte die we ook hard nodig hebben om andere dingen mee te doen.
Een nieuw gedeeld perspectief
Ons Urban Insight rapport over ‘shared speed’ zet hier een nieuw en stevig perspectief tegenover. Denk eens verder dan die auto. Maar liefst 50 tot 70% van de openbare ruimte van steden reserveren we voor gemotoriseerd verkeer. Maak juist ruim baan voor voetgangers en fietsers. Zo win je aan ruimte en gezondheid. Als je die nieuwe ruimte ook nog eens super-aantrekkelijk maakt, ben je spekkoper. Het stimuleert een blokje om, ontmoeting en een andere routes in de stad. Als een freerunner die van plek naar plek springt, niet gehinderd door obstakels.

Anders kijken naar mobiliteit levert heel veel op: sociale verbinding, veiligheid, interessante plekken. Een stad om te willen zijn en te blijven. Die kan groeien, leefbaar is en duurzaam wordt. Die andere blik levert creativiteit op. Voor herbestemming en voor nieuwe gebieden.
Ik geef een paar voorbeelden. Als we het woningbouwtekort oplossen met de huidige parkeerrichtlijnen hebben we alleen al voor de parkeerplaatsen een oppervlak nodig groter dan de plaats Houten. Dat is nog zonder rijbanen. Deze insteek, met al die verharding, draagt ook nog niet bij tot het oplossen van de klimaatcrisis. Steden worden grijzer in plaats van groener. En voel je je zo gestimuleerd te voet of met de fiets te gaan? Dat is nog maar de vraag.
Lege parkeergarages in de stad zijn aan de orde van de dag. Gebouwd voor de piek, nu veelal leeg. Sprekend is het World of Food in Amsterdam Zuidoost: een oude parkeergarage waar nu een foodhall gevestigd is. Ook het Perronet House in Londen is inmiddels een bruisende openbare plek, dit was eerst een parkeergarage. Als we ons herbezinnen op mobiliteit en andere keuzes maken, ontstaat letterlijk ruimte. Midden in de stad. Voor groen, het klimaat en ontmoeting.
Beschouw de straat eens als architect. Gebruik je verbeeldingskracht en zet ambitie centraal in plaats van richtlijnen. Zo begonnen we in Eindhoven, voor Buurtschap Te Veld. De standaard normen passen de huidige opgaven niet langer. Door leefbaarheid en klimaat, in plaats van de richtlijnen centraal te stellen, ligt er nu een plan voorzien van de nodige creativiteit. Want als je een community bouwt, inspeelt op klimaat, CO2 moet besparen en nog veel meer doelstellingen te tackelen hebt, dan is er meer nodig dan richtlijnen alleen. Een parkeernorm van 1,5 per woning is dan gewoonweg niet je antwoord.
Moeten de regels dan overboord? Nee, want ze voorzien in goede uitgangspunten. Toch maken ze ons wel non-creatief en uitvoerend. Terwijl mobiliteit zo veel meer impact heeft: het vormt onze steden, kijk maar eens om je heen. Het draagt wezenlijk bij aan die fijne leefomgeving die je voor ogen hebt. Mobiliteit is de kern van ontmoeting.